Natuurmonument De Beer

14. De demarcatielijn Pijl links [ 15 ] Pijl rechts 16. De zuidelijke toegang

Kaartje Het (tweede) Jacob BakkerbosHet (tweede) Jacob Bakkerbos lag er halverwege de jaren vijftig al; het lag langs de westrand van de nieuwe Pan- of Krimpolder (zie — 20). Het was aangelegd op een oude binnenduinvlakte. Of daarmee veel verloren is gegaan, weet niemand meer. Gezien de vele mijnentrechters in deze omgeving zal het originele terrein in de oorlog ook wel flink beschadigd zijn geraakt. Het bos had dezelfde samenstelling als het eerste Jacob Bakkerbos (zie — 9) en werd aan het eind van de jaren vijftig aangelegd om de nieuwe akkers een beetje te vrijwaren van wildschade vanuit het natuurgebied.In 1961 kreeg het bos de naam Jacob Bakkerbos.

 

 

 

Opening tweede Jacob Bakkerbos

Jacob Bakker (rechts) wordt gefeliciteerd door de voorzitter van het bestuur van de Stichting Natuurmonument De Beer, Z.Y. van der Meer, met de opening van het tweede bos dat zijn naam draagt, 1961. Bakker moest het bestuur verlaten, omdat hij de leeftiijd van 75 jaar had bereikt. Voorzitter Van der Meer sprak bij deze gelegenheid de legendarische woorden'dat het zijn hoop dat het bos 'tot in de lengte van dagen' zal blijven bestaan. Drie jaar later was De Beer definitief gesloten.

 

14. De demarcatielijn Pijl links [ 15 ] Pijl rechts 16. De zuidelijke toegang

 

logo

Laatste wijziging

15 oktober 2018

Citaten

Anton van den Oord: Het jonge gemengde bos in her oostelijke deel van het reservaat is mede door zijn ruige ondergroei een dorado voor zangvogels, die hier in zo mogelijk nog grotere verscheidenheid nestelen dan in het vroegere Jacob Bakkerbos. Vooral in de broedtijd, wanneer het buitendijkse gebied slechts onder leiding van de opzichter betreden mag worden, is een wandeling door dit altijd vrij toegankelijke bos de moeite waard: het is beslist geen uitzondering, wanneer wij op zo'n tocht binnen een half uur meer dan twintig vogelsoorten waarnemen.

 

De Nachtegaal broedt er in flinke aantallen, evenals Fitis, Winterkoning, Gekraagde roodstaart, Kneu, Groenling en Heggemus. Zeker zullen wij ook Merel, Zanglijster, Zwartkop, Tuinfluiter, Tjiftjaf en Spotvogel horen. Voorts is het heel normaal, wanneer we plotseling vlak bij ons de jodelende roep van de Wielewaal horen schallen of wanneer her heldere trillertje van de Braamsluiper ons oor treft. Ook Grauwe vliegenvanger, Kool-en Staartmees hebben hier hun nest. De Bosrietzanger, die we door zijn verborgen leefwijze niet zo gemakkelijk te zien krijgen, broedt hier eveneens. Het snelle, krassende liedje, afgewisseld met vele imitaties en vlugge, zeer hoge rateltjes en kanarieachtige toontjes, verraadt ons zijn aanwezigheid. Bovendien worden we op onze tocht steeds begeleid door bet geroep van de Koekoek, het gekraai van de Fazanten en het gekoer van de Houtduiven.

Terzijde

Fitis

Fits op De Beer. Foto Carl van 't Oever; uit de diaserie van Simon de Waard.