Laatste wijziging
10 januari 2024
Op 1 januari 1964 sloot natuurmonument De Beer. Opzichter Wabe Korfmaker was vanaf dat moment opzichter van het slechts 10 ha grote De Kleine Beer. Vanuit dit natuurgebiedje had Korfmaker zicht op de zich ontwikkelende industrie in Europoort v/h De Beer.
Op 13 december 1963, een dag voordat De Beer definitief zou sluiten, stond in het ‘Algemeen Handelsblad’ een artikel over de ondergang van De Beer. Wabe Korfmaker zei hierin over de afbraak van De Beer: ‘Een misdaad jegens mens en dier.’
Ruim twintig jaar later, op 9 januari 1986, zond de Evangelische Omroep een documentaire over de Rotterdamse haven uit in de reeks ‘Holland ze zeggen’; het onderwerp was Europoort. Hierin kwamen onder andere natuurmonument De Beer en de vroegere opzichter van De Beer, Korfmaker, en de opzichter van het Jachtgezelschap Scheurpolder, Willem Pols, aan het woord.
Er was in de documentaire ruim aandacht voor beelden van De Beer, waarbij fragmenten van de film van Simon de Waard en van de dia’s van Wabe Korfmaker werden gepresenteerd. Nadat een fragment van de ontwikkeling van de Rotterdamse haven was vertoond, vroeg de interviewer Hans le Poole aan Korfmaker ‘wat hij ervan vindt’. Het antwoord van Korfmaker was duidelijk: ‘Nou, ik werd kotsmisselijk.’ Daarbij doelde hij op de ondergang van De Beer. Ruim twintig jaar dus na de teloorgang van natuurmonument De Beer, had Korfmaker nog altijd weinig van zijn boosheid verloren als het ging om het verlies van De Beer. De antwoorden van Korfmaker maakten duidelijk dat hij na ruim twintig jaar nog steeds hetzelfde dacht over deze zaak.
10 januari 2024
Ed Buijsman, MR 29 De afbraak van De Beer door de ogen van opzichter Wabe Korfmaker,
Mededelingenreeks Natuurmonument De Beer 29, 2024, 28 pp., 2,9 MB.